donderdag, augustus 31, 2006

Maandag 14.08.06, dag 8 (de laatste)


Vanmorgen heb ik na een stevig ontbijt mijn valies al gepakt en in de bagageruimte van het hotel gezet. Ik moest pas om 18u op de luchthaven zijn. Dus nog een hele dag om iets te bezoeken. Via de ondertussen door iedereen gekende Drottninggatan daalde ik af naar de stroom. In de gewelven van de Norrbro tussen Gustav Adolfs Torg en de Slottskajen ligt het Medeltidsmuseet, het middeleeuwse museum of beter Stockholms Medeltidmuseet, het museum van het middeleeuwse Stockholm. Joepie, weer gratis inkom en 'mrde' weer geen foto's mogen nemen. Uiteraard verkochten zij hier ook een museumgids, een leuk boek voor slechts 50 SEK (= ongeveer € 4.50).
Het museum opende zijn deuren in 1986 en is gespecialiseerd in het Stockholm van de 13de eeuw. Het ligt op de plaats waar vroeger de stadsmuur was en een groot deel van de ruimte en gewelven zijn nog origineel. Men heeft er het stadsleven van toen nagebootst : hanwerklieden en hun leefomgeving, bouwvakkers en stijlen, scheepsbouwers, handel, het stadsbestuur met zijn wetten, de verdediging van de stad, een martelplaats, een wijnkelder, enz... Er zijn ook veel prehistorische vondsten, vooral benen gebruiksvoorwerpen. Er is ook een uitgebreide verzameling altaartriptieken, vooral van 'flandriskt' kunstenaars. Ik voelde mij als Vlaming dan ook nogal thuis.
Dit museum heeft ook een aantal stadszegels, niet allemaal, maar het is wel de meest complete van heel de wereld.
Uiteraard mankeren ook de tientallen maquetten van Stockholm, van de 13de tot de 17de eeuw niet.
Het was al een flink tijdje namiddag toen ik mijn SEK uit de locker haalde en mijn rugzakje omhing dus naar een terras voor een koffie en een smörgassar.
De rest van de namiddag kocht ik her en der nog een laatste souveniertje voor de thuisblijvers en sloeg nog een praatje in het hotel met Petra. Zij is afkomstig uit Västmanland, een 'provincie' noord-west van Stockholm, zonder grote steden maar agrarisch gebied. Volgens haar heel mooi. Zij nodigde mij uit om, als ik naar daar wil gaan, met haar contact te nemen en zou dan alles met haar familie regelen. Zij wist ook te vertellen dat daar in de 'buurt' een Vlaamse zanger had gewoond, die zowel in het Vlaams als in het Zweeds zong. Achteraf bleek dat zij Cornelius Vreeswijck bedoelde, een Nederlander. Maar die vergissing maken veel buitenlanders.
Enfin, wij namen uitgebreid afscheid. Een taxi voerde mij naar Bromma, eigenlijk een kleine luchthaven, voor de terugvlucht naar Zaventem waar we met regenweer landen.
Aan de uitgang van de transitruimte stond een massa mensen te wachten, met muziek en spandoeken. Wij voelden ons welkom. Bleek al gauw dat, ook dat uur, Tia en Kim verwacht werden.
Dat was mijn reisverslag over Stockholm. Wil je ook de foto's bekijken, je kent de weg !
Tot later !

woensdag, augustus 30, 2006

Zondag 13.08.06, dag 7, deel 2

Enkele foto's van Skansen :
De eerste foto is een oude turfhut op de voorgrond en op de achtergrond het nieuwere Stockholm.










De tweede foto is, met toelating van de dames, genomen in een hut van het Sami kamp. Sami zijn een bevolkingsgroep die in de bergen leeft en destijds nomaden waren. Zij hielden vooral rendieren.









De derde foto is van een schuurtje uit het noorden van Zweden. Het is op palen gebouwd om in de winter bereikbaar te zijn. Tot aan de vloer van het schuurtje lag er dan sneeuw.









De vierde foto is van Älvrosgärden, de hoeve van Älvros, een typische Zweedse hoeve uit het noorden van Zweden.









Dan een runesteen met al duidelijk christelijke invloed













Een Europese bizon









Een een rustende eland of 'elk'









Voor de rest van de foto's verwijs ik graag naar fotoalbum 17 op de link Skynet foto's. Kan je ze niet openen, prober dan als eerste bij het inloggen mijn e-mail adres in te geven en als paswoord WVW240748. Lukt het dan nog niet geef dan een seintje en dan laat ik Skynet je uitnodigen ze te bekijken.
Nog iets : op Skansen was heel duidelijk de muziek te horen die het Zweeds Philharmonisch Gezelschap speelde op een grote weide aan de buitenkant van Stockholm. Iedere zondag in de vakantiemaanden houden zij daar een groot openluchtconcert waar 30 à 40.000 mensen, gratis, op afkomen. Je moet er al van 's morgens vroeg zijn om een plaatsje te hebben.

Zondag 13.08.06, dag 7

Vandaag is het de laatste volledige dag in Stockholm. Op het programma staat een bezoek aan Skansen. Dit is een openluchtmuseum, soort Bokrijk, op het eiland Djürgarden.
Ik heb al horen vertellen dat mijn blogs over Stockholm lang zijn. Het spijt me, maar er is zoveel te zien dat ze automatisch lang worden. Ik zal trachten om dit nu wat in te korten, alhoewel, want Skansen is toch een vrij uitgebreid park met honderden bezienswaardigheden.
Het park is opgericht door Artur Hazelius, een dokter in de Scandinavische talen. Hij wou een blijvende ode brengen aan de Zweedse geschiedenis door huizen en levensstijlen, fauna en flora te verzamelen. Hij realiseerde dit op het eiland Djürgarden met de hulp van het Zweedse koningshuis. Het park ging open in oktober 1891 en is genoemd naar het kleine fort dat er destijds stond. Een fort is in het Zweeds een 'skans' (je ziet enige verwantheid met onze -schans- ook een versterkte plaats). Je kan er een hele dag in rondlopen en nog altijd iets nieuws bespeuren. Het is ook de plaats waar de Stockholmers in de zomer graag lopen te flaneren.
In plaats van veel woorden zal ik nu trachten veel beelden met een beetje uitleg te publiceren :
De eerste foto is genomen in het Stadskwartier dat een inpressie moet geven van Södermalm van vroeger.
Opladen van foto's wil eventjes niet lukken, dus de volgende zie je in deel twee.

Zaterdag 12.08.06, dag 6, deel 2

Na de oude en nieuwere meesters bewonderd te hebben wou ik iets gaan eten in Gamla Stan. Ik had er echter niet aan gedacht dat het zaterdag was en dit stadsgedeelte zou overstroomd zijn met toeristen. Alle terrasjes en banken zaten stampvol. Dus kuierde ik maar rond en nam hier en daar wat kiekjes. Terug in de buurt van het Koninklijk Paleis hoorde ik muziek. Vermits iedereen zich de richting van die muziek spoedde, ik er achter aan. Ik had geluk van nog vrij vooraan op het grote plein van het K.P. te staan. Het was de wekelijkse aflossing van de wacht. Altijd een bezienswaardigheid. Ook nu. Al gebied de eerlijkheid mij te zeggen dat de aflossing aan het Presidentiëel Paleis in Praag toch knapper was.
Na de plechtigheid die toch ongeveer een uurtje duurde trok ik terug naar het hotel om wat te lezen en misschien een praatje te slaan met Petra.
Het was echter haar collega achter de balie dus geen praatje. Na een uurtje lezen begon de honger toch te knagen, ik was volkomen vergeten te eten 's middags. Dus ik de stad in. Op een terrasje een broodje gegeten met een glas öl (liten) en mensjes gekeken.
Een eerste indruk was dat er vele dames zwanger zijn. De komende maanden zal Stockholm een geboortegolf te verwerken krijgen. Dit bovenop de massa dames en koppeltjes die reeds met een kinderwagen rond reden. Stockholm zal woontorens moeten bijbouwen !
Een tweede indruk is dat Stockholm wel echt een multiraciale samenleving is : neem blank, zwart, bruin en aziatisch. Zoek alle mogelijke combinaties tussen die kleuren op en je ziet ze in Stockholm.
Een derde zaak die mij opviel : In Drottninggatan is een Pralin Huset met als reclame 'Belgisk Choklat'. Op het voetpad stond een hele rij aan te schuiven om binnen te kunnen. Telkens er iemand door de gesloten deur naar buiten kwam, mocht er iemand binnen. Ofwel was er airco in die winkel (het was warm buiten) ofwel zijn de Belgische pralines zo waardevol dat het een extra beveiliging is (smiley). Ik voelde mij fier Belg te zijn.
Tenslotte was het opvallend hoeveel mensen je aanspreken. Heb je even oogcontact dan kom je al vlug tot een gesprek. Meestal begint dit in het Zweeds, maar na mijn 'ja tallar...enz' word snel overgeschakelt naar Engels.
In het teruggaan zag ik aan het Stadstheater, waar op een verzonken plein (ter grootte van het Sint Jansplein) een betoging bezig was om vrijheid en onafhankelijkheid te eisen van een land dat ik niet kende. Ik meende Syrië te horen maar kan er eigenlijk kop noch staart aan krijgen. Ook de vlag van dit land zei mij niets. Achteraf hebben wij dit opgezocht en aan de hand van de vlag stelden wij vast dat het over Assyrië ging, een streek in Iran waar de Zoroasters leven, die mannen die Zarathoestra aanbidden.
Het 'menselijk' uur was al lang vertrekken en na flink deelgenomen te hebben aan het verbruik van öl ben ik naar het hotel getrokken. Morgen stond Skansen op het programma !

zondag, augustus 27, 2006

Zaterdag 12.08.06, dag 6


Tijdens de tocht naar het Vasamuseum merkte ik het grote Nationalmuseum aan de Blasieholmenshamnen op. Weer een flinke wandeling om tegen 10u, de openingstijd van de meeste musea, daar te zijn. Dag Jan, ik was een uur te vroeg. Dus zette ik mij op een bank aan het museum en gedurende het wachten ging ik mensjes kijken, naar de drukte van het inschepen naar de verschillende eilanden aan Strömkajen.
Na een tijdje kwam er een al wat oudere man naast mij zitten. Ik verstond dat hij vroeg of de plaats nog vrij was en zij 'joa'. Hij begon tegen mij in het Zweeds te praten maar ik onderbrak hem met het enige zinnetje dat ik toen in het Zweeds (bijna) perfect kon uitspreken : Ja taller iente Svenska = Ik spreek geen Zweeds. Ik vroeg hem of hij 'snella (= aub) Engels kon praten. Hij kon dit, maar verschoot er van dat ik geen Zweed was. Zie ik er zo Zweeds uit ?
Hij voelde zich geroepen om uitvoerig te vertellen over de Vikings, waar hij duidelijk trots op was. Mijn kennis over dit volkje was ondertussen danig opgekrikt en ik kon vlot met hem hierover van gedachten wisselen. Toen ik hem vertelde dat in onze taal verschillende weekdagen herinneren aan de Vikings, dat mijn dochter Freya heette, was hij in de war en vroeg hij waar ik dan wel vandaan kwam. Op mijn Belgisch antwoord schrok hij een beetje en hij vroeg hoe het dan wel was met onze oorlog, de oorlog tussen de Flandrisken en de Frenskisten. Ik vertelde hem dat er helemaal geen oorlog was, dat wij soms meningsverschillen hadden en dat er wel eens harde woorden vielen. Hij leek opgelucht want voor de rest was België goed, héél goed, want er was veel bier ! Maar zei hij 'öl is öl' , bier is bier, en moest niet naar fruit smaken.
Hij vertelde mij dat hij naar zijn zoon ging op een van de eilanden en dat zij gingen feesten. Hij toonde mij een bruine papieren zak en maakte ondertussen het wereldgekende borreldrinken gebaar. Zijn rode neus verraadde dat hij dit wel meer deed.
Ondertussen was het Museum opengegaan. Ook dit museum had vrije toegang, je mocht er echter niet fotograferen.
De eerste verdieping is volledig gevuld met Scandinavisch design materiaal : tv, stoelen, stofzuigers, eet- en drinkserviezen en wat je nog allemaal kan denken. Het is plezant om dingen uit een recent verleden eens terug te zien, maar hier was ik vlug doorheen.
Voor ik het vergeet te vertellen, vooraleer je binnenging moest je je tas in een kluisje bergen. Je steekt één kroon in het slot, anders sluit het niet. Nadien open je met de sleutel het kluisje en je krijgt je kroon terug.
Via een monumentale trap kom je op de eerste verdieping die beslist de moeite is om te bezoeken.
Het Nationaal Museum is niet alleen het grootste kunstmuseum van Zweden, het gebouw alleen al op zich is niet weg te denken uit de skyline van Stockholm. Gebouwd in Florentijns, Venetiaanse renaissansestijl verwijst het naar Italië, de bakermat van de schilderkunst.
Gustav Vasa begon in zijn kasteel Gripsholm in de 16de eeuw kunst te verzamelen. Hij kocht kunst, kreeg kunst als geschenk en als krijgsbuit. In 1654 ging koningin Christina naar Rome en nam haar bouwmeester mee om kennis te maken met de Italiaanse renaissanse.
Terug thuis gekomen gaf zij opdracht een gebouw te ontwerpen om de grote kunstschat in onder te brengen. Tijdens de bouwwerken brande haar slot Tre Kronor echter af en een groot deel van de verzameling werd vernietigd.
Hierdoor kreeg het bouwen van het Nationaal Museum wel wat vertraging : pas enkele generaties later werden de koninklijke kunstschatten er in ondergebracht. Dit was pas in 1866.
Er is een opmerkelijke verzameling van oudere schilderijen, skulpturen, handwerk, tekeningen en grafische werken.
Kunstenaars als Rembrand, Rubens, Goya, Renoir, Degas en Gauguin hangen er in de Vlaamse, Franse, Italiaanse zalen. Dit naast werken van Carl Larsson, Josephson, Hill, Zorn en nog vele anderen. In totaal zijn er meer dan 16.000 schilderijen en skulpturen, meer dan 500.000 grafische werken en tekeningen en meer dan 30.000 kunsthandwerken (porcelein, glas, zilver en meubels). Elk jaar worden er tien verschillende exposities gehouden en waan je je in een totaal ander museum.
Ik moet dus nog minstens 9 maal terug gaan om het grootste deel van de verzameling gezien te hebben.

Vrijdag 11.08.06, dag 5, deel 2

Hej, 'Joa' ik ga nu verder met de vrijdagnamiddag. Na een toch wel serieuze rondwandeling in Stadshuset wou ik het in de namiddag wat kalmer aan doen.
Ik slenterde op mijn dooie gemak naar Vasaparken, gelegen tussen het Sankt Eriksplan, de Odengatan en de Dalagatan in het zuiden van Vasastaden, grenzend aan Norrmalm waar het hotel ligt. Een klein ommetje van ongeveer een km, maar de moeite waard.
Vasaparken is een groen longetje in Stockholm met een Friluftsteater en een aantal sportvelden : Twee minivoetbalvelden, een piste en een minigolf. Overal staan banken in de schaduw van volwassen bomen. Er is ook een eetstalletje waar je zowel diverse snacks als smörgasser kan krijgen. Uiteraard ook allerlei drankjes. Ik kocht een toast met kaas en een koffie. De koffie kreeg nam ik mee naar de met grote paraplu's overdekte tafeltjes, de toast maakte men warm en bracht hem mij. De toast was het equivalent van 3 dubbele boterhammen, dus nogal veel voor mij. Oh ja, ik betaalde voor dit snackje en de koffie de tegenwaarde in kronen van ongeveer € 6. Wie zei daar dat Zweden duur was ?
Als je even uitkijkt dan kan je voor betrekkelijk weinig geld eten en drinken. Wil je natuurlijk de gefortuneerde toerist uithangen en in de sjiekere restaurants gaan tafelen dan betaal je je blauw.
Er zijn voor rugzakkers twee mogelijkheden : je koopt aan een stalletje of een kafee en neemt alles zelf mee naar het terras en dan betaal je echt niet veel. Iets duurder zijn de restaurants waar men je bedient. Toch heb je daar ook een aanbod dat betaalbaar is. Een bier kost bijvoorbeeld tussen € 2.50 en € 3. Veel ? Jawel, maar je krijgt een halve liter. Idem wat betreft cola, fanta en andere frisdranken. Wil je een borrel, bijv. schnaps, whiskey, cognac, dan betaal je € 9. En dat is wel veel.
Ik heb de namiddag heel de tijd in Vasaparken doorgebracht. Gekeken naar enkele matchen minivoetbal, genoten van een kaffelatte (€ 3.50 goedkoper dan in Firenze (= € 4.50), even groot en even lekker. Tussendoor nog wat gelezen in een spannend boek. Het viel mij op dat er veel gelezen word in Stockholm. Op bijna elke bank, op verschillende plaatsen op handdoeken in het gras, waren mensen aan het lezen. Ik viel dus niet uit de toon.

Vrijdag 11.08.06, dag 5


Na de onderdompeling in het Viking verleden wou ik vandaag toch wel eens iets anders zien. Onlangs las ik in een roman die zich voornamelijk in Stockholm afspeelt dat het hoofdpersonage, een nobele dief, een bezoek bracht aan de blauwe zaal van het stadhuis.
In de reisgids las ik dat dit stadhuis een bezienswaardigheid op zich is. Kom je in Stockholm dan kan je er ook niet naast kijken, of je nu op een eiland staat of vanop een schip in het water.
Dus ik naar het stadhuis of Stadhuset.
De grote, imposante toren is echt een eye-catcher. Bovenop pronkt goudkleurig het nationale symbool van Zweden : de drie gouden kronen. Langs de buitenzijde, aan de Stadshusbron ligt het praalgraf van Birger Jarl, die Stockholm stichtte in 1252. Het is een groot vierkant gebouwd gebouw met een grote binnenkoer. Langs drie zijden gesloten, de vierde zijde is een zuilengalerij van waaruit je een prachtig beeld op op het eiland Riddarholmen en op het grotere eiland Södermalm. Achter Riddarholmen zie je de contouren van de Riksdag en het Kungliga Slottet.
Tussen het Stadhuis en het water, de Riddarfjärden, ligt de Stadhuistuin. De aanleg is duidelijk beïnvloedt door Lenôtre. De tuin is opgesmukt met standbeelden van allerlei beeldhouwers, maar voornamelijk met die van Carl Eldh, één van de voornaamste Zweedse sculpturisten.
Ik sloot mij aan bij de Engelstalige groep bezoekers die begeleid werden door de mooie gidse Inge, die ons direct overdonderde met de 'Blauwe Zaal'. Eigenlijk zou dit beter de 'Blauwe Hall' genoemd worden. Het is een grote overdekte ruimte, zeker zo groot als het binnenplein van het Stadhuis. De monumentale ruimte is opgetrokken uit rode baksteen, de vloer is van Zweedse marmer uit Kolmärden. In zijn originele plan wou de architect, Ragnar Östberg, de muren blauw schilderen naar het water dat Stockholm langs alle zijden omringd. Toen hij echter zag hoe mooie de rode bakstenen waren zag hij van zijn plan om alles te bepleisteren met blauw af. Toch bleef de zaal haar blauwe naam behouden omdat dit zo op het bouwplan stond en ondertussen gemeen goed geworden was.
Een ander staaltje van zijn genie is de mooie marmeren trap die naar de bovenverdieping leidt waar allerlei festiviteiten voor de edelen plaatsvonden en waar ook de Raad is gehuisvest. Nobele dames waren gekleed in lange kleren of rokken. Wanneer zij een trap bestijgen moeten ze hun kleren optillen wat hen een deel van hun nobelheid deed verliezen. Daarom ontwierp hij, samen met zijn vrouw die er op oefende, de trap zodanig dat de nobele dames zonder gezichtsverlies en hun rok te moeten optillen naar boven konden schrijden. En inderdaad de lage, lange treden lieten ook toe dat wij, toeristen, naar boven konden schrijden.
De blauwe zaal is ook internationaal vermaard vanwege het Nobelprijs gebeuren. Eerst dacht ik dat de Nobelprijzen hier werden overhandigd, maar er stond niemand voor ons klaar. Nu weet ik dat de prijzen door de Zweedse koning in de Concert Hall worden overhandigd, ieder jaar op 10 december. Na hun medaille en diploma gekregen te hebben wandelen (?) alle winnaars en genodigden naar Stadshuset voor het jaarlijkse banket. Iedere genodigde heeft exact 69 cm ruimte aan tafel. Het is dus elk jaar puzzelen om iedereen een plaatsje te geven. Ik heb mij ingeschreven, gratis, om uitgenodigd te worden. Inge verzekerde mij ervan dat ik zeker een uitnodiging zou krijgen van de Koninklijke Familie, op handgeschept papier, met in goudopdruk de drie kronen, voor het banket van ... 2052 !
Het volgende pronkstuk van het stadhuis is Radsalen (hoe krijg ik vdme dat bolletje op de eerste a ?) of de Raadszaal. Eerst kom je in een klein, donker vertrekje. Dit was het zaaltje waar de dames-verkozenen, destijds een drie, vier vooruitstrevenden, vergaderden. Nu is het gewoon een anti-chambre. De Raadszaal zelf is imposant. Het plafond is gemaakt naar het model van een omgekeerde drakkar, een ode aan de Vikings en hun 'thing'. Hierdoor krijg je de indruk in een Viking langhuis te zijn. Tussen haakjes (), onze benaming van dinsdag is hiervan afkomstig : Thingsdag, de dag dat er overlegd werd.
De Stockholmer Stadsraad bestaat uit 103 verkozenen. Dames en heren vergaderen samen. De enkele dames van destijds zijn ondertussen uitgegroeid naar 56, de meerderheid.
Daarna kwamen wij bij de 'Ovalen kamer', speciaal ovaal gebouwd omdat dan de in de 17de eeuw in Beauvais, Frankrijk, geweven Tureholm wandtapijten het best tot hun recht kwamen.
Elke zaterdagnamiddag vinden hier huwelijksceremonies plaats. Een korte, normale plechtigheid duurt 30 sec. Een langere, alleen op aanvraag, duurt 3 minuten, volgen Inge.
Aansluitend kwamen wij in de Prinsens Galleri die gebruikt word voor de recepties die de stad houdt. Achter een dubbele rij zuilen zie je een fresco van Prince Eugen die een spiegelbeeld zouden moeten zijn van de kusten van Stockholm die je door de ramen ziet.
We verlieten de Prinsens Galleri langs de Salen Tri Kronor (vertaling niet nodig hé). Plezant is dat één van de drie kronen (lusters) constant hangt te wiebelen. De eerste gebruikers en bezoekers van dit zaaltje dachten (?) dat dit door een spook gebeurde. De waarheid is veel aangenamer : In geen enkel van de bezochte ruimtes was er verwarming te bespeuren. De architect vond verwarmingselementen, of het nu kachels of andere haarden waren, maar lelijk. Hij bedacht daar een originele oplossing voor. Langs een wand van het zaaltje drie lusters staat een gigantische, knap gebeeldhouwde wandkast. De architect van het stadshuis liet de achterwand van de kast, de schabben en het plafond weghalen. Deed de kast op slot en wierp de sleutel weg. Waarom ? Achter de kast, in de muur, is de oplossing voor de verwarming én de ventilatie van het stadhuis merkbaar, een gat van een ventilatieschacht van ongeveer één meter doorsnede. De koude of warme lucht die daaruitkomt en door de holle kast naar het plafond van de kamer wordt gestuurd, doet de luster wiebelen. Elders, bijvoorbeeld in verbindingsgangen zie je wel de ventilatieschachten.
Weer een illusie armer/rijker, terug de trappen af en naar de Gyllene Salen (Gullene Salen), de Gouden Zaal. Einar Forseth, de maker, creëerde een banketzaal met meer dan 18 miljoen stukjes mozaik, glas en goud. Zij wordt aan de noordzijde gedomineerd door een beeld van Mälardrottningen, de Mälar koningin, een eerbetoog van zowel het Avond als het Morgenland (Oost en West) aan Stockholm. Links van de koningin zie je bijvoorbeeld een mozaik van de Eifeltoren en het Vrijheidsbeeld.
Vi ses -wie sees- tot straks

Donderdag 10.08.06, dag 4


Na alweer een fikse, vroege wandeling naar Stadhusbron scheepte ik als één der eersten in op de mv Victoria, op weg naar Birka.
Birka, of Björkö in echt Zweeds, is helemaal niet wat men zegt. Er wonen nog wel een honderdtal mensen maar die leven vooral van het toerisme en landbouw. Helemaal niet zoals destijds de Vikings. Voor de toeristen heeft men een openluchtmuseum, een soort Bokrijk, en een belangrijk archeologisch museum gemaakt. Deze op zich zijn de moeite waard om Birka te bezoeken.
Na een vaart van ongeveer 2u30, langs diverse van de tientallen eilandjes, meerden wij aan in Birka dat ongeveer 30km ten westen van Stockholm ligt. Op de vaart werden verschillende eilandjes kort aangedaan. Een matroos overhandigde dan een postzak en paketjes aan iemand die op de steiger stond te wachten. In het terugkomen werd dan een postzak en andere dingen meegenomen naar Stockholm.
Birka was in de 8ste eeuw een belangrijk handels- en machtscentrum. Het was de enige echte 'stad' op het Scandinavische schiereiland. Een 1000 tal Vikingen dreef handel, door hun militaire 'handelsmissies' met een groot deel van Europa. Op Birka vond men voorwerpen afkomstig uit bijv. Istanbul, Kiev, Parijs, enz... In die steden werden ook voorwerpen en/of wapens gevonden afkomstig uit Birka.
Het eiland ligt in het Mälaren meer wat destijds een arm van de Baltische Zee was. Het is niet erg groot, 4 bij 1,5 km, dus was gemakkelijk te verdedigen. Op het hoogste punt, waar nu een Keltisch kruis staat als herinnering aan de Benediktijner monnik Ansgar, was vroeger het bergfort. Rond dit gedeelte van Birka is het toeristisch gebeuren. De rest zijn weilanden en landbouwgrond en noemt men de Hemlanden (Thuisland).
Van het fort zelf schiet niet veel meer over. Alleen de afgehouwen rotswal en een stukje aardenwal getuigen er nog van. Het heeft een vrij ronde vorm met een middellijn van ongeveer 300m. Vroeger stonden op zowel de rots- als de aardewal een houten pallisade. In het fort stond vroeger een langhuis dat vrij simpel 'ontdakt' kon worden. Het dak was immer een omgekeerde drakkar. Het is ten andere op Birka dat men de restanten vond van de grootste drakkar, het 'handels'schip van de Vikingen.
Het eiland had door zijn strategische ligging een grote invloed en was gekend om zijn grote rijkdom. De goudschat die ik gisteren zag in het Historisch Museum is voornamelijk hier gevonden.
Zoals elke grote 'beschaving' kende ook Birka zijn val. Deze werd voornamelijk bewerkstelligd door toedoen van de Christelijke kerk. Zoals naar overal werden ook naar Birka missionarissen uitgezonden. De plaatselijk Vikings vonden dit maar niks en liet ze kennis maken met hun uitstekend gesmeedde Vikingzwaarden. Natuurlijk nam de Kerk dit niet, toch wou ze dit probleem 'diplomatisch' oplossen. Met de sponsering van diverse Europese en Zweedse (kerk)vorsten ging men de omliggende (soms meer dan 300km verder) nederzettingen gul bedelen met geschenken, voorrechten, privileges en vrijheden. Dit stak de ogen uit van velen die daarom emigreerden. Na een tiental jaren was Birka zo verzwakt dat het geschiedenis en een mythe werd. Deze succesvolle taktiek werd naderhand op andere 'sterke' Vikingnederzettingen toegepast.
Nu nog zijn er op Birka veel mensen die het Christendom verwerpen en blijven volhouden aan de oude, noordse waarheden. Beiden leven wel in peis en vree naast elkaar.
Dit laatste maakt dat wij naadloos overschakelen op het hedendaagse Birka en dan vooral het toeristisch gedeelte.
Zoals gezegd is het een soort Bokrijk waar men allerlei ambachten en beroepen nabootst zoals ze vroeger gebeurden. Zo worden er bijvoorbeeld huizen gebouwd uit takken en leem, een wapensmid smeed zowel héél kleine als grote zwaarden, een bakker bakt platte broden met zuurdesem, een leersnijder maakt klederen en riemen. Aan alles kan de toerist deelnemen.
Geregeld worden er geleide, geanimeerde wandelingen gedaan door in Vikingkledij uitgedoste gidsen. Heel plezant want op een aangename manier kom je heel veel te weten over de gewoonten en zeden van de Vikings. Elke Viking werd als vrij man geboren, had een vrije mening die hij mocht verkondigen in het 'thing', een soort van parlement. Ik geloof dat het Noorse parlement nu nog altijd het 'thing' heet. Hij moest zich handhaven tussen andere sterke persoonlijkheden en hierbij waren alle middelen goed : zowel het woord als de daad. Vandaar dat zij ook, gezamenlijk, een sterke militaire macht waren.
Het museum bevat een schat aan gebruiksvoorwerpen. Het meest opmerkelijk waren de hoorns waarvan wij denken dat zij de helm van elke Viking sierden. Het waren eigenlijk gewoon bekers waaruit zij hun zelf gebrouwen bier dronken. Pas later gingen zij over op stenen potten en zelfs (geroofd) glas. Er is ook een prachtige maquette waarop diverse situaties uit het dagelijks leven zijn afgebeeld.
Laat in de namiddag, na het museum bezoek en de geleide wandeling, wekte het stoomsignaal van de Victoria mij uit mijn Vikingdromen en vaarden wij terug naar Stockholm. Dit onder begeleiding van een stevige wind en grote, donkere donderkoppen. Het leek wel of Thor wou op zijn manier van ons afschied nemen.
Vi ses i morgen -wie sees i morron- Tot morgen !

zaterdag, augustus 26, 2006

Woensdag 09.09.06, dag 3

Al een klein beetje bijgeslapen na een toch wel vermoeiende vakantie met onze bewoners in Hastière vervolg ik mijn blogreeks over Stockholm. Over Hastière lees je later wel iets, kwestie van een beetje chronologisch te werken.
Dus Stockholm :
De zon priemde al vroeg door de overgordijnen en de Stockholmse stadsmussen wekten mij met een vrolijk concert om 7u30. In de ontbijtruimte zaten al een aantal Duitse dames luidruchtig te kwetteren achter een berg broodjes die zij aan het beleggen waren. Mijn eerste gedacht was dat die een reuzenhonger hadden, maar de snelheid waarmee zij van hun borden verdwenen deed mij vermoeden dat zij al voor hun middagmaal aan het zorgen waren.
Na enkele boterhammen met 'ostmacka' (Zweeds voor kaas) en een deftige tas kaffé (spreekt voor zich) ging ik op mijn kamer de wandeling voor vandaag uitstippen. Vandaag stond het Vasa en het Historisch museum op het programma. Een tocht van ongeveer vijf km tot aan het Vasa en nog eens drie tot aan het Historisch museum en ongeveer vijf km terug naar het hotel. Tel daarbij de bezoeken bij en je komt, zonder eventuele ommetjes, vlug aan twintig km.
Een foldertje van de Stormalinie leerde mij dat een enkele overzet met de ferry naar Djurgarden, waar het Vasa museum ligt, maar 35 kronen kost en dat ik hiermee een drietal km uitspaarde. Bovendien was ik dan ook veel sneller aan het museum. Van het Vasa naar het Historisch museum was best te doen via een brug.
In een winkel aan de Drottninggatan kocht ik een hoedje vanwege een rood verbrande kop. Beneden Drottninggatan vervolgde ik links de Stromgatan (met een bolletje op de o) naar het Nybroplan (Nubroplanuitgesproken = Nybroplein) waar aan de gelijknamige kaai (kaj) de aanlegplaats van de ferry is naar Djurgarden (uitgesproken als Juurgoorden, de g uitgesproken als ergens tussen een g en een k, en de a -met bolletje- als een vette oo). Toch een raar taaltje dat Zweeds.
De ferry, die elk half uur vaart, bracht mij tot aan de voet van het Vasamuseum dat langs buiten al aan een schip doet denken. Men heeft het museum rond het schip gebouwd.
Maar wat is er nu zo speciaals aan de Vasa ?
In 1625 tekende koning Gustavus II Adolphus een contract met een scheepsbouwer, Hernrik Hybertson om het grootste schip van Zweden (en wijde omstreken) te bouwen. Meer dan 1000 eiken werden hiervoor geveld. Het moest een bijzonder rijk gedecoreerd en zwaar bewapend schip worden, met 64 zware kanonnen. Meer dan vierhonderd scheepsbouwers werken in Skeppsgarden, een droogdok in Stockholm, aan de realisatie hiervan.
In augustus 1628, erg vlug zeker voor toen, was de Vasa af en zou aan zijn maidentrip beginnen als de trots van Zweden. En toen liep het mis. Het schip was maar net te water gelaten toen het kapzeisde en zonk. De kapitein werd gevangen gezet maar later terug vrijgelaten. Er is nooit gezocht naar een verantwoordelijke schuldige voor deze ramp.
Het duurde meer dan driehonderd jaar vooraleer men er aan dacht de Vasa boven te halen. Ondertussen wist men niet meer waar het wrak lag. Opzoekingen in archieven en verschillende dregoperaties lokaliseerden het tenslotte in 1956 aan het eiland Beckholmen op een diepte van 32 meter. In 1961 was het bergen tenslotte voltooid. Sindsdien werd het bekeken door meer dan 20 miljoen bezoekers.
In de loop der jaren restaureerden tientallen archeologen de Vasa en zijn onderdelen. Dit leverde ontelbare pareltjes op van beeldhouwkunst. Men stelde toen ook vast dat de Vasa geen naam in letters draagt. Daar waar normaal de naam staat hebben in de 17de eeuw kunstenaars het wapen gebeeldhouwd van de Vasas, de toenmalige koninklijke familie van Zweden : een vaas ! Vandaar ook de naam van het schip : de Vaas (Vasa).
Door de meer dan driehonderd jaar dat het schip in het water lag zijn natuurlijk de levendige kleuren waarin bijvoorbeeld de achtersteven geschilderd waren verdwenen. Men heeft deze nagemaakt en ze hangen aan een wand in het museum tegenover de achtersteven.
De berging leverde veel gebruiksvoorwerpen op die een goed beeld geven van het leven aan boord van een oorlogsschip in de 17de eeuw.
Er valt nog heel veel te vertellen over de Vasa, dit zou echter te ver leiden. Een raad : plan eens een vakantie (bijv. weekend) naar Stockholm en bezoek het museum !
Na aan een stalletje een 'smeurgassar' (de o met bolletje is eu) of een broodje kaas,hesp gegeten te hebben - ik had moeite om het op te krijgen) op naar het Historisch Museum.
In dit museum aan de Narvawegen was het thema : Vikingasommar for hela familjen. Ik heb vertrouwen, beste lezer, in uw ondertussen verworven kennis van Zweeds zodat u dit zinnetje zonder moeite kan lezen en begrijpen.
Ik bezocht in dit grote museum alleen de Vikingzaal. De rest, prehistorische-, Maya- en textiel tentoonstelling, hou ik voor een volgende bezoek vermits ook hier, zoals in vele stadsmusea, de toegang gratis was.
Op het grote binnenplein van dit als een vierkant gebouwd museum animeerden verschillende vrijwilligers de bezoekers door situaties uit het leven van de Vikings na te bootsen : o.a. een steenkapper, een bakker, een leersnijder, enz...
In de Vikingzaal zelf krijg je een goed beeld van het alledaagse leven van de Vikings en stel je bijvoorbeeld vast dat ze helemaal niet met hoorns op hun helm rondliepen. In de 'Gouden zaal' is een bijzonder grote schat aan gouden en zilveren voorwerpen tentoongesteld. Aan de fijne decoraties die de verschillende voorwerpen dragen kan je merken dat dit eigenlijk een kunstzinnig volkje was.
Ik ga weer niet uitweiden want morgen staat Birka op het programma, weer een onderdompeling in het Vikingverleden en op de foto's op Skynet kan je veel meer zien dan ik in woorden kan schrijven.
Wat mij nog wel opviel tijdens mijn wandelingen door de Stockholmse straten is dat je inderdaad veel blond ziet (ons cliché voor Zweedse vrouwen) maar dat veel daarvan namaak is. Verder zag ik verschillende malen mensen lege blikjes en plastiek flesjes van tafeltjes en uit vuilbakken halen. Zou dit op verborgen armoede wijzen ?
Uit een gesprek met Petra, een baliebediende in het hotel, leerde ik dat Zweden veel meer is dan Stockholm, alhoewel dit een goed begin is. Ze zien mij hier zeker terug !

vrijdag, augustus 18, 2006

Dinsdag 08.08.06, dag 2


Het is al laat, maar omdat ik toch nog enkele foto's aan het opladen ben (Album 17 Stockholm) en het weer een week zal duren voor ik verder kan bloggen (Vakantie Ardennen met De Vier Notelaars) toch nog een dagverslagje.
Na een 'verkwikkende' nachtrust, what's in a name !, in een veel te warme hotelkamer, ben ik vroeg opgestaan om te ontbijten. Er was een behoorlijke keuze : enkele soorten kaas, vlees, groenten, fruit, vlokken, melkproducten en brood. Uiteraard ook koffie en thee. Keuze te over dus.
Een vlugge blik op het stadsplan leerde mij dat ik best langs de Drottninggatan naar wat ik het centrum van de stad zal noemen. Drottninggatan kan je best vertalen als Koninginstraat. Uit mijn 'Zweeds voor op reis' leerde ik dat 'kung' koning is en 'drottning' koningin.
De straat bleek langer dan ik dacht. Zo'n 3 km. tot aan de Riksbron, de brug naar de ingangs van de Rikstag op het eiland Gamla Stan (= Oude stad). Vlak daarnaast ligt het Koninklijk Paleis en ik had het genoegen de (dagelijkse) aflossing van de wacht bij te wonen. Toch iets speciaal voor toeristen.
Na de nodige foto's en rust verkende ik Riddarholmen, een 'wijkje' van Gamla Stan. Hier bezocht ik de Ridderholmenkerk waar je spijtig genoeg geen foto's mocht nemen binnen. Uit de brochure van de 'Ridderholmskyrken' zullen er toch enkele foto's, via de scanner, in mijn fotoalbum verschijnen.
Deze kerk is het enige middeleeuwse overblijfsel van een kloosterkerk in Stockholm. Zij was af in 1300 en werd beheerd door Fransiscanen. Er liggen enkele middeleeuwse koningen van het toenmalige Zweden begraven. Je vind er ook een Bernadotte kapel, een verwijzing naar de schoonbroer van Napoleon, generaal in het Franse leger, die koning van Zweden werd.
Zij brandde af in 1835 en werd in de oorspronkelijke stijl weer opgebouwd. Zij is vooral bekend als de kerk waar de begrafenisplechtigheid is van de Zweedse koningen.
Na mijn portie geloof te zijn ondergaan ging ik naar Stadhuset, het stadhuis, waar de boot voor de rondvaart 'Onder de bruggen van Stockholm' vertrok. Daarover meer in deel twee.
Ondertussen had ik mij het 'Hej' als begroeting al eigen gemaakt en zei niet meer 'Got morgen', (uitgesproken als goe morren) zoals de meeste onschuldige toeristen.

donderdag, augustus 17, 2006

IMKE

Even een tussendoortje :
Twee collega's van mij hebben een engeltje bij onze schepper. Dit klinkt misschien pathetisch maar het is wel zo. Hun dochtertje, Imke, overleed na een kortstondig verblijf op aarde en leeft nu verder in de hemel. Waar die dan ook mag zijn. Het is een zo ongelooflijk mooi verhaal dat ook zij een 'blog' openden. Ik ben heel trots dat ik de toelating kreeg om hem bij mijn favorieten te zetten. Het is iedereen die dit leest aangeraden om ook eens een kijkje te nemen op de blog en mee te delen in hun ervaringen.
Dus : klik rechts op mijn blog bij Imke !

Maandag 07.08.06 dag 1


Eindelijk toch eens een halfuurtje tijd om te beginnen met mijn reisverslag naar Stockholm.
Zoals geweten met vier uur vertraging opgestegen in Zaventem, om 17u15. Na een voorspoedige vlucht landde het toestel om 19u05 op de luchthaven Bromma vlak bij Stockholm.
Na zoveel rookvrije uren wou ik wel eens, samen met een boel andere passagiers blijkbaar, op de parking van Bromma een sigaretje opsteken. Een wenkende taxichauffeur, waar ik teken tegen deed - een minuutje he jong, eerst dit oproken - had dit begrepen en kwam afgereden en laadde mijn bagage al in. 'Please don't hurry' zei hij begripvol en legde ondertussen uit dat er een vaste prijs is voor een taxirit van Bromma naar eender waar in Stockholm. Uiteraard niet naar de eilanden in de archipel want daar konden ze toch niet rijden : Car not wasterfast !
Eens vertrokken zag ik dat het een Libanees was, op de radio was het juist nieuws en blijkbaar ging het over de oorlog met Israel (herkenbaar aan enkele woorden zoals hezbollah en Israel) en trok hij een nogal triestig gezicht. Na mijn opmerking dat ik het maar een rare oorlog vond en het eigenlijk helemaal niet begreep praatte hij honderd uit over zijn familie in Libanon en zijn vrees dat hen iets zou overkomen. Zij waren helemaal niet fanatiek, Israelis moesten ook een thuis hebben en hezbollah waren waanzinnigen die hun mooie land onder controle proberen te krijgen. Enz.. Wij waren heel snel aan het hotel in Stockholm. Hij had eerst wel eens goed moeten luisteren naar de naam en de straat die ik natuurlijk verkeerd uitsprak. Radmansgatan word door het bolletje op de eerste a uitgesproken als Redmansgatan (klemtoon op red en ga). Na enkele pogingen snapte hij het.
In het hotel werd ik vriendelijk ontvangen door een lieve dame die mij helemaal niet Zweeds overkwam. Ik kreeg kamer 106 een niet-roker kamer. Op het reisagentschap had ik nochthans een roker kamer gevraagd. Zij keek na of zij iets kon regelen maar dit lukte niet. Ik mocht wel gebruik maken van het dakterras op de zesde verdieping om te gaan roken of naar beneden komen en buiten roken. Dit laatste werd dus bijna een gewoonte later.
De hotelkamer was ruim voldoende met al het nodige om het verblijf aangenaam te maken, inclusief een snelkoker voor thee of koffie, gratis, als service van het hotel.
Na uitgepakt te hebben bestudeerde ik de stadsmap en ging naar Odengatan, een vrij brede boulevard met veel winkels en eettenten, ongeveer een twintig minuten stappen van het hotel.
Ik koos een soort Amerikaans uitziende restaurantje uit. Een vriendelijke dienster begroette mij met 'Hej' en uit de kaart koos ik een simpele hamburger en een glas bier. Elk vleesgerecht bestond uit verschillende afmetingen : een girli = 150 gram, een gentleman = 180 gram, een cowboy = 210 gram, en een iron man = 250 gram. Mannelijk geprogrammeerd zijnde koos ik niet voor de girli, waar ik zeker genoeg zou mee hebben, maar voor de gentleman. Van dat restaurant een knap psychologisch gastronomisch staaltje !
Het bord dat de dienster op mijn tafeltje neerzette mocht er wezen ! Een vrij grote, echte, hamburger, een lading frieten en een portie groenten waar je zo al genoeg zou mee hebben. Een mandje met brood en boter, een aantal sausjes en een pint van een halve liter maakten dat het direct een volle tafel was. Vermoedelijk denken zij daar nu dat Belgen heel kleine eters zijn want ik kreeg alles nog niet half op. Natuurlijk zag ik in mijn verbeelding al direct mijn voorraad Zweedse kronen danig slinken. Maar dit viel mee : ik betaalde voor dat feestmaal slechts 160 kronen. 1,1 euro is ongeveer negen kronen. Dus ongeveer 18 euro. Dat viel al mee.
Onderetussen was het donker geworden en zocht ik de weg terug naar het hotel om te slapen.
Morgen zou het al een drukke dag worden.

maandag, augustus 07, 2006

KLOKVASTHEID VLIEGTUIGEN

Verrast dat ik nu nog blog ? Ik ook. Eigenlijk had ik nu in een plastic stoel in Zaventem moeten zitten. Ik kreeg daarjuist echter een telefoontje van het reisagentschap dat mijn vlucht met vier uur uitgesteld is. Wat begint deze reis goed !
Vanochtend wekte mijn biologische klok mij op het gebruikelijke uur, 7u30, en begon ik aan de laatste voorbereidselen : heb ik alles ingepakt wat ik kan nodig hebben want mijn valies is maar half vol. De wasmachine die vannacht haar werk gedaan heeft leverde mij nog wat werk om de propere was te drogen te hangen. De berg afwas van 2 dagen, ontbijt voor 1 persoon, moest nog gedaan worden. Ik heb nog de foto's van gisteren, petanque Antwerpen Autovrij, doorgestuurd aan Johann en Flor. Met de fiets, jaja, naar de bank om nog een beetje euro te halen. En dan wachten op de chauffeur naar Zaventem. Tot het telefoontje kwam.
En ik die dacht dat vooral de Scandinaven klokvast waren. Zaterdag hoorde ik nog een Afrikaan zeggen : jullie hebben een horloge, wij hebben de tijd. Dit om de beroemde Afrikaanse onklokvastheid te verklaren. Maar ja, nu heb ik in Zaventem weer wat te doen omdat ik aan de balie van Malmo Aviation mijn ticket moet laten veranderen. Daar heb ik ondertussen ervaring mee want ook toen ik naar Firenze ging moest dit gebeuren bij Alitalia. En wie weet welke service de maatschappij geeft aan ons, gedupeerde reizigers.
Daar hoor je later wel meer van !
L.S. en tot later.

vrijdag, augustus 04, 2006

STOCKHOLM : IK KOM ER AAN !

Vooraleer te vertrekken naar Stockholm toch nog even bloggen. Want vertrekken komt nu (akelig ?) dicht bij. Toch vertrek ik met een zeker genoegen want mijn eerste week vakantie was drukker dan de normale werkweken. Blijkbaar wist iedereen mij goed wonen. Zo goed dat ik te weinig tijd had om ... ? (to who it may concern)
Eergister morgen bij het opstaan schrok ik mij een hoedje. Het platte dak van mijn keuken en bergplaats leek wel het waterreservoir van de AWW. Tot aan de rand gevuld met regenwater ! In warme dagen misschien een aangename warmtefilter, maar ik kreeg al visioenen van instortende plafonds. Dus ik terug mijn short aan en op blote voeten door dat bassin naar de afvoerpijp. Het stof en vuil van enkele maanden had zich daarin verzameld. Enfin ik deed er een fikse greep in en ogenblikkelijk gorgelde het water naar beneden, een lust om te horen !
Het heeft toch een tijdje geduurd vooraleer alle water weg was.
Gistermorgen was het eerste wat ik deed weer eens door het raam kijken want het had 's nachts weer eens flink geregend. Opluchting allom, er stond geen water.
Zo, beste lezers die toevallig op deze blog verzeilt geraakt zijn, binnenkort vergast ik jullie op allerlei spannende verhalen uit Stockholm en omgeving. Ik ga zeker de sfeer opsnuiven in het stadhuis, het decor van de jaarlijkse uitreikingen van de Nobelprijs. Wie weet sta ik daar ooit wel eens terug voor die van literatuur.