Zondag 26 maart 2006, namiddag
Aen boord van m/s Magic Life Regent werden wij door de crew welkom geheten met een lekker theetje en een warm, geparfumeerd doekje om het stof van ons gelaat te vegen.
Daarna : middagmaal en rust. Na een expresso op het opperdek, gevolgd door een frisse fruitsap coctail, druppelden onze mannen stilaan binnen.
Vanmiddag stond er een faloeka op het programma. Met dit typisch Egyptische Nijl vaartuigje zouden we naar het bomeneiland Kitchener vertrekken. Vandaar zou het met een motorbootje naar het Nubische dorp gaan.
De feloeka lagen vlak achter ons cruiseschip aangemeerd. Het zijn kleine, maar brede, platbodems met één groot driehoekig zeil. Onze feloeka, waar we allemaal op konden, werd bestuurd door twee personen : één oudere man op het voordek die het zeil onderaan de schuine mast bediende, en één achteraan die het roer en de liggende mast bediende. Hij zette het zeil naar de wind. Onze mannen waren allemaal uitgerust met de reddingsvesten uit hun kajuit. Je weet maar nooit wat er kan gebeuren en waarvoor het nuttig was.
Zeilen met een faloeka is in één woord zalig ! Je hoort alleen de wind in de zeilen spelen, het knarsen van de touwen en water dat tegen de boeg klotst. Ik werd er echt rustig van en vond het een heel romantisch moment. Dit moet ik meer doen !
Met de hulp van de faloekaschipper, Tarek én een manager van Magic Life was de ontscheping op Kitchener Island een makkie ! Een manager van Magic Life ? Ja, inderdaad. Men had nog nooit een groep zoals wij op de cruise gehad. De Manager van Magic Life Egypt, een heel hoge pief dus, wou met eigen ogen vaststellen tot wat onze mannen in staat waren en welke problemen er zich eventueel zouden voordoen. Maar net zoals met iedereen staken onze mannen ook die hoge oom in hun zak !
Kitchener Island is genoemd naar de Engelse generaal Lord Kitchener, ook bekend vanwege zijn aanwezigheid in Canada bijvoorbeeld. Hij verzamelde op het eiland tientallen soorten bomen uit de hele wereld. Het slik van de Nijl en een intensieve bewatering zorgden voor een erg vruchtbare bodem. Nu nog word er hard gewerkt om de bodem vruchtbaar én nat te houden. Dit door tussen de beplantingen een mulchlaag te leggen. Tientallen tuiniers hebben hier een dagtaak om alles te onderhouden. Het zou te ver gaan om alle boomsoorten op te noemen (eigenlijk ben ik ze vergeten op te schrijven), maar het is de moeite waard. Alleen al omdat je een wandeling kan maken in een koele schaduw, terwijl de woestijn bijna binnen handbereik is.
Neen, dit is geen fata morgana, maar een echte oase !
Op het eiland tref je ook veel zwerfkatten aan. Tarek waarschuwde er ons voor ze aan te raken. Die beesten zitten onder de vlooien. Het kan natuurlijk ook zijn dat hij niet wou dat wij katten aanraakten want dat zijn in de Islam een soort heilige dieren. Waarom : De profeet Mohammed sliep eens. Op zijn kleed lag ook een kat te slapen. Toen de profeet wakker werd bleef het dier slapen. Hij nam toen een mes en sneed uit zijn kleed de lap stof waar de kat op lag te slapen. Hij kon doorgaan en het dier bleef slapen.
Op onze wandeling kwamen wij een 'plantjes tuin' tegen. Een ruimte waar kleine boompjes werden geteeld om later uitgezet te worden.
Na een uitgebreide plaspauze vaarden wij met een motorbootje naar een Nubisch dorp. De kleine zij-armpjes van de Nijl die wij doorvaarden gelden als natuurgebied. Tarek wist te vertellen dat riet geen papyrus is. Wij zagen ook dadelpalmen, bananenbomen, abrikozen- en sinaasappelbomen, enz... Ook een grote diversiteit aan vogels, bijv. een ijsvogeltje. Wat iemand van ons gezelschap het gezegde ontlokte dat hij veel wist van bomen, maar weinig van vogel-s.
Ik had gedacht dat het Nubische dorp een soort Bokrijk zou zijn. Niets is minder waar. Het is een authentiek dorp, weliswaar (betrekkelijk) rijk door het bezoek van de toeristen. Er word nog in geleefd en gewerkt zoals in oudsher.
Doorheen het welkomcomité van de plaatselijke verkopers wandelden wij door de wel smalle straatjes van lemen huizen. Eén van die huizen bezochten wij ook. Let wel, dit was geen museum maar de echte woning van een Nubiër.
De licht afhellende zandvloer van zijn woning was keurig geveegd. De muren waren versierd met allerlei gebruiksvoorwerpen. In de grote kamer werden wij vergast op muntthee. Als attractie voor de toeristen had de pater familias een verzameling kleine krokodillen die wij mochten vasthouden. In een nis met rustbanken stond een waterpijp waar wij ook gebruik van mochten maken. Alles bijeen gaf de woning een armoedige maar propere (naar plaatselijke maatstaven) indruk. Toch was dit volgens Tarek een rijkere familie.
Eén van onze mannen zei vriendelijk Salam Aleykum tegen de eigenaar. De man lachte en zei dat dit Arabisch was. In Nubia spreekt men Nubisch, dus hij begon Jean Nubisch te leren. Die zei hem op zijn manier na. Enfin, er was een vriendschap geboren tussen Jean uit Schoten en X uit Nubia. Met veel handschudden en knuffels als gevolg.
Een ervaring rijker trokken wij met de motorboot naar ons cruiseschip voor het avondmaal.
Na het avondmaal was het bingo avond. Als ge geen geluk hebt in de liefde heb je geluk in het spel en ondergetekende won (nipt) een fles Magic Life wijn. Later kraken we die wel eens met de collega's.
1 opmerking:
ja, willy, dat laatste zinnetje...daar houden we je aan hoor!!!
Een reactie posten