donderdag, juli 26, 2007

1U = GOED, MAAR 5 VOOR IS BETER ! -deel 9-

Vandaag was het onze laatste ochtend op Ierse bodem. Het einde van onze prachtige reis was dus nu echt in zicht. Het was tevens ons laatste ontbijt met het volledige reisgezelschap : de vliegeniers zouden ons verlaten. Er wachtte hen nog een (hopelijk) leuke dag in Dublin.

Dag 9, dinsdag 17 juli

Als je zo een dikke week met elkaar optrekt valt het afscheid toch wel een beetje zwaar. Wij kregen wel voldoende tijd om alles te verwerken tijdens onze rit naar Dun Laoghaire, een voorstad in het zuiden van Dublin. Eigenlijk een dubbelstad met Rathdown, dus 'Dun Laoghaire-Rathdown' (Iers voor 'fort van Laoghaire). De stad, van waaruit de ferry's vertrekken, heeft toch enige betekenis in de Ierse geschiedenis. Koning Laoghaire was in de 5de eeuw koning van Ierland en koos deze plaats uit om van hieruit raids uit te voeren naar Brittanië en Frankrijk. Een lief ventje ! Later werd hij nog liever want hij bekeerde zich tot het kristendom. Eigenlijk hebben de Ieren hun patroonheilige aan hem te danken. Hij was het die Sint Patrick toestond door zijn land te reizen en het kristendom te prediken.
In 1821 bezocht King George IV Dun Laoghaire. Tot zijn eer en glorie werd stad omgedoopt tot Kingstown. Pas in 1921, een jaar voor de Ierse onafhankelijkheid, vonden de stadsvaderen dat het spelletje nu lang genoeg geduurd had en herdoopten de stad met zijn oude naam : Dun Laoghaire. Het is zowat de grootste haven Ierland. Langs hier komen en verlaten duizenden toeristen het groene eiland.
In 1966 was Dun Laoghaire het decor voor enkele filmscenes. Liam Neeson, die de rol speelde van Michael Collins (je weet nog wel), wandelde met enkele co-stars langs de promenade. Misschien bespraken zij wel één of ander snood plan om de Britten de duivel aan te doen !
Elk jaar is er voor de kust van Dun Laoghaire ook een regatta : De Volvo Dun Laoghaire Regatta. Dit jaar was dit van 12 tot 15 juli. Die hebben we dus juist gemist !
Het inschepen verliep weer heel vlot. Hugo had vertelt dat het een snelle ferry was. En inderdaad je voelde het scheepje optrekken ! Hierdoor mochten wij pas na een tijdje op het achterdek en was Dun Laoghaire al bezig met verdwijnen aan de horizon.

Na ongeveer 1u30 meerden wij aan in Hollyhead, Groot Brittanië. Al zullen de plaatselijke inwoners liever horen : Wales ! Hollyhead ligt op het schiereiland Anglesey in het graafschap Gwymmed, en dat is Wales. Oh ja ! Iedereen kent de draak in de vlag van Wales maar zij hebben nog een nationaal symbool : de prei !
Wij reden een beetje naar het zuiden naar een stadje met een onuitsprekelijke naam, het stadje met de langste naam in Wales (Europa ?), niet ter wereld. Er zijn er nog twee die langer zijn. De echte naam van Bangkok bijvoorbeeld telt meer dan 160 letters.
Op de kaart staat het als Llanfihangel-ym-Mechaint. Welshmen zeggen er Llanfairpwll tegen. De naam bestaat pas sinds 1860 toen leden van de plaatselijke raad de langste naam van een treinstation wilden hebben :
LLANFAIRPWLLGWYNGYLLGOGERYCHWYRNDROBWLLLLANTYSILIOGOGOGOCH
In het Nederlands :
Sint-Maria's Kerk in de holte van de witte hazelaar bij de snelle maalstroom en de kerk van Sint Tysilio bij de rode grot.


Er werden aarder wat fotootjes geklikt van deze bezienswaardigheid.
Wij doorkruisten verder Wales richting Chester, eventjes onder Liverpool. We staken de Menai zeestraat over en volgenden de noordkust van Wales tot Colwyn Bay langs dorpjes met onuitspreekbare namen. Chester ligt in Cheshire aan de Dee. Dicht bij de grens met Wales. Eigenlijk was het voortdurend een beetje flirten met die grens want het hotel, nochtans op het grondgebied van Chester, ligt dan weer in Wales.
Eerst even een misverstand uit de wereld helpen. De Chesterkaas die wij kennen bestaat eigenlijk niet. Het is een verbastering van Cheddarkaas, een kaassoort bereid op een eigen manier, met tientallen varianten. Gouda is ook zo een kaassoort waarvan er tientallen varianten zijn.
In AD 79 bouwden de Romeinen een vesting die zij noemden naar de godin van de Dee, namelijk Deva. De jaren daaropvolgend waren er voortdurend gevechten en veldslagen tussen Romeinen, Welshmen, Saksers en Denen. Later uiteraard ook ... de Noormannen ! Later, in de Georgiaanse periode was het een belangrijke havenstad tot het industriële en beter bereikbare Liverpool het overvleugelde.
Chester word ook wel eens de 'omwalde stad' genoemd. Natuurlijk gingen wij wandelen op die wallen. Zij zagen er wel enigzins anders uit dan de walletjes in Amsterdam.
In de winkelstraatjes is een bijzonderheid te zien. Je hebt winkeltjes aan de straatzijde op de begane grond. Geregeld is er een trapje dat naar een gallerij gaat, langs de beide zijden van de straat. Weer staat het daar vol winkeltjes. Wandelen op zo'n gallerij is erg handig als de regengoden plots besluiten dat het genoeg geweest is, wat ons uiteraard overkwam. De gallerijen worden 'The Rows' genoemd.
Een boel huizen zijn in Vakwerk. In tegenstelling met de centraal Europese vakwerkhuizen is dit hier in zwart/wit.
Chester heeft ook een prachtig gemeentehuis. Spijtig genoeg mochten wij de Renaissance raadzaal niet bezoeken. Het publiek gedeelte was echter voldoende om enkele mooie kiekjes te maken en toch een beetje de geschiedenis van de stad op te snuiven.
Bij het verlaten van de Townhall, die tegenover de kathedraal ligt, werd mijn aandacht getrokken door iets speciaals :
Uit een anonieme witte bestelwagen haalden een aantal militairen, in uniform, een doodskist met een Britse vlag. Door een erehaag van gewapende militairen droegen zij de kist de kathedraal binnen. De soldaten van de erehaag verlieten toen in pas hun formatie. Aan de bestelwagen werd de formatie verbroken. Tiens, dacht ik, een militaire begrafenis, nu om 17u. Raar ! Later bleek dat het een oefening was voor de dag daarna. Dan zou er een militair begraven worden die sneuvelde in Afghanistan.
Begeleid door lichte, malse regenval besloot ik het droge op te zoeken in de oudste pub van Chester, The Falcon Inn. Ik bestelde een cider van het vat en kreeg van de brave landlord een 'pint' cider die ik aan een vrij tafeltje gezellig opdronk. Ongewild raakte in gesprek met enkele whisky (zonder 'e' want wij waren in Engeland) drinkende heren. Zij waren er heilig van overtuigd dat Groot Brittanië de boot gemist had door geen volledig lidmaatschap van de E.U. te aanvaarden. De toekomst was een verenigd Europa, alleen zo zouden wij terug iets kunnen betekenen. Natuurlijk moesten zij weten wat mijn 'accent' was. En of zij België kenden ! Familie was gesneuveld in Flanders. Toen het tijd was om te vertrekken wensten zij mij uitgebreid een behouden thuiskomst.
Een bekende zoon van Chester : Michael Owen, de voetballer.
Het hotel waar wij overnachtten was een pareltje : The Grovenor Pulford Hotel, in Pulford. Het was een oude mansion met een heel eigen karakter. Niet nieuw, wel heel gezellig. Er was ook een mooie tuin. Een plaatselijke kunstenaar had uit een dode boom een arend gekerft.


Na een laatste 'pint' in de hotelpub sliep ik als een engelse roos.










Geen opmerkingen: