Tijdens de tocht naar het Vasamuseum merkte ik het grote Nationalmuseum aan de Blasieholmenshamnen op. Weer een flinke wandeling om tegen 10u, de openingstijd van de meeste musea, daar te zijn. Dag Jan, ik was een uur te vroeg. Dus zette ik mij op een bank aan het museum en gedurende het wachten ging ik mensjes kijken, naar de drukte van het inschepen naar de verschillende eilanden aan Strömkajen.
Na een tijdje kwam er een al wat oudere man naast mij zitten. Ik verstond dat hij vroeg of de plaats nog vrij was en zij 'joa'. Hij begon tegen mij in het Zweeds te praten maar ik onderbrak hem met het enige zinnetje dat ik toen in het Zweeds (bijna) perfect kon uitspreken : Ja taller iente Svenska = Ik spreek geen Zweeds. Ik vroeg hem of hij 'snella (= aub) Engels kon praten. Hij kon dit, maar verschoot er van dat ik geen Zweed was. Zie ik er zo Zweeds uit ?
Hij voelde zich geroepen om uitvoerig te vertellen over de Vikings, waar hij duidelijk trots op was. Mijn kennis over dit volkje was ondertussen danig opgekrikt en ik kon vlot met hem hierover van gedachten wisselen. Toen ik hem vertelde dat in onze taal verschillende weekdagen herinneren aan de Vikings, dat mijn dochter Freya heette, was hij in de war en vroeg hij waar ik dan wel vandaan kwam. Op mijn Belgisch antwoord schrok hij een beetje en hij vroeg hoe het dan wel was met onze oorlog, de oorlog tussen de Flandrisken en de Frenskisten. Ik vertelde hem dat er helemaal geen oorlog was, dat wij soms meningsverschillen hadden en dat er wel eens harde woorden vielen. Hij leek opgelucht want voor de rest was België goed, héél goed, want er was veel bier ! Maar zei hij 'öl is öl' , bier is bier, en moest niet naar fruit smaken.
Hij vertelde mij dat hij naar zijn zoon ging op een van de eilanden en dat zij gingen feesten. Hij toonde mij een bruine papieren zak en maakte ondertussen het wereldgekende borreldrinken gebaar. Zijn rode neus verraadde dat hij dit wel meer deed.
Ondertussen was het Museum opengegaan. Ook dit museum had vrije toegang, je mocht er echter niet fotograferen.
De eerste verdieping is volledig gevuld met Scandinavisch design materiaal : tv, stoelen, stofzuigers, eet- en drinkserviezen en wat je nog allemaal kan denken. Het is plezant om dingen uit een recent verleden eens terug te zien, maar hier was ik vlug doorheen.
Voor ik het vergeet te vertellen, vooraleer je binnenging moest je je tas in een kluisje bergen. Je steekt één kroon in het slot, anders sluit het niet. Nadien open je met de sleutel het kluisje en je krijgt je kroon terug.
Via een monumentale trap kom je op de eerste verdieping die beslist de moeite is om te bezoeken.
Het Nationaal Museum is niet alleen het grootste kunstmuseum van Zweden, het gebouw alleen al op zich is niet weg te denken uit de skyline van Stockholm. Gebouwd in Florentijns, Venetiaanse renaissansestijl verwijst het naar Italië, de bakermat van de schilderkunst.
Gustav Vasa begon in zijn kasteel Gripsholm in de 16de eeuw kunst te verzamelen. Hij kocht kunst, kreeg kunst als geschenk en als krijgsbuit. In 1654 ging koningin Christina naar Rome en nam haar bouwmeester mee om kennis te maken met de Italiaanse renaissanse.
Terug thuis gekomen gaf zij opdracht een gebouw te ontwerpen om de grote kunstschat in onder te brengen. Tijdens de bouwwerken brande haar slot Tre Kronor echter af en een groot deel van de verzameling werd vernietigd.
Hierdoor kreeg het bouwen van het Nationaal Museum wel wat vertraging : pas enkele generaties later werden de koninklijke kunstschatten er in ondergebracht. Dit was pas in 1866.
Er is een opmerkelijke verzameling van oudere schilderijen, skulpturen, handwerk, tekeningen en grafische werken.
Kunstenaars als Rembrand, Rubens, Goya, Renoir, Degas en Gauguin hangen er in de Vlaamse, Franse, Italiaanse zalen. Dit naast werken van Carl Larsson, Josephson, Hill, Zorn en nog vele anderen. In totaal zijn er meer dan 16.000 schilderijen en skulpturen, meer dan 500.000 grafische werken en tekeningen en meer dan 30.000 kunsthandwerken (porcelein, glas, zilver en meubels). Elk jaar worden er tien verschillende exposities gehouden en waan je je in een totaal ander museum.
Ik moet dus nog minstens 9 maal terug gaan om het grootste deel van de verzameling gezien te hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten