Door één of andere reden ging het op een bepaald moment deze week in De Wereld draait door over de vrouw van Gerard van het Reve. Je weet wel die Nederlandse (homofiele) schrijver. Eigenlijk ging het meer bepaald over zijn vrouw, want, ja ... hij was gehuwd. Die vrouw, Hanny Michaelis is zelf een wereldbekende poëziste in Nederland, met tal van prachtige dichtsels. Zij, en Gerard, trouwden vol liefde. Tot op een bepaald moment bleek dat mr. homo was en haar verliet. Dit was aanleiding voor haar om een aantal gedichten te schrijven. Eén daarvan haalde DWDD. Ik vond er een op het net dat mij toch wel greep :
SINDS
Sinds je mij voor altijd
bent binnengegaan,
ben ik tot aan de rand
van je vervuld.
Dwars door de rukwinden
van het verdriet
voel ik je onder mijn huid
bewegen, warm en goed
als vroeger
toen wij overnachtten
binnen de omheining van
elkanders armen.
Wat doet het er dan toe
dat de wereld leeg
en winters is geworden
nu mijn ogen
je nooit meer zullen zien
en ik mijn hoofd niet langer
in je schoot kan leggen ?
Sinds je mij voor altijd
bent binnengegaan,
ben ik tot aan de rand
van je vervuld.
Dwars door de rukwinden
van het verdriet
voel ik je onder mijn huid
bewegen, warm en goed
als vroeger
toen wij overnachtten
binnen de omheining van
elkanders armen.
Wat doet het er dan toe
dat de wereld leeg
en winters is geworden
nu mijn ogen
je nooit meer zullen zien
en ik mijn hoofd niet langer
in je schoot kan leggen ?
1 opmerking:
Ik counter dat met eentje van Joke Van Leeuwen:
Ik voel me ozo heppie
zo heppie deze dag.
en als je vraagt: wat heppie
als ik eens vragen mag,
dan zeg ik: hoe wat heppie,
wat heppik aan die vraag,
heppie nooit dat heppieje
dat ik hep vandaag?
Een reactie posten